South Island / Nelson en Marlborough / Marahau en Picton
"There´s really nothing available!" snauwt de dame achter de balie van het visitor centre in Nelson ons toe, als we haar vragen een motel te vinden in Wellington voor morgennacht. Kreunend en steunend en met zichtbare tegenzin pakt ze de telefoon op. "It´s Waitangi Day, you know!" roept ze er verwijtend achteraan.
Samenlevingscontract
Morgen is het 6 februari en Waitangi Day, dé feestdag in Nieuw-Zeeland. Bijna twee eeuwen terug, in 1840, werd NZ onderdeel van het Britse Rijk. Om aan aanspraken van de enkele eeuwen eerder aangespoelde Maori op het land tegemoet te komen, werd een soort inventarislijst gemaakt; dit is voor ons, dat is voor jullie. Een samenlevingscontract, zeg maar.
Maar het bleek een verstandshuwelijk. Want de Maori-versie bleek op de belangrijkste punten enkele afspraken anders te interpreteren, wat resulteerde in een ordinair spelletje landjepik door de Britse kolonisator. Sindsdien staat elke Waitangi Day jaarlijks niet alleen garant voor festiviteiten, maar ook voor oproer en tientallen arrestaties. En volle motels.
Fully booked
Toch blijkt het Otaki Railway Hotel nog een kamer vrij te hebben, ruim een uur van de hoofdstad. Het heeft de vrouw van het VVV, die de basiscursus customer care moet hebben gemist, een paar telefoontjes gekost. Ze maakt de reservering, maar ondanks haar geslaagde inspanningen kan er nog geen glimlach vanaf als ik haar bedank voor de moeite. Als we informeren naar kaartjes voor de watertaxi naar het Abel Tasmanpark wordt het haar teveel: "It´s fully booked! You should have made a reservation months ago!" schreeuwt ze wanhopig. "Maar… het is voor vanmiddag" durven we voorzichtig. Driftig slaat ze de pagina´s in haar schrift om en haar hoofd kleurt rood als ze voor ons twee kaartjes uitprint.
Enigszins gehumeurd gaan we op weg naar het dorpje Marahau. Het gehuchtje is een van de uitvalsbases voor een bezoek aan het park. Een postboot tuft er langs de kustlijn en brengt brieven en pakjes naar enkele gefortuneerde huizenbezitters die in dit gebied wonen. Veel wandelaars die het nationaal park voor meerdaagse wandeltochten aandoen maken gebruik van deze pendelboot. Ook wij zullen aan boord stappen van deze watertaxi.
Niemand lacht
Na een lange autoreis komen we aan in het dorp, waar we een parkeerplaats oprijden met een aantal boten op trailers. Op het terrein staan mensen met felrode reddingsvesten, onze medepassagiers, zo blijkt als we allemaal naar een boot worden gedirigeerd en ook wij een fluorescerend vest krijgen overhandigd. Ze kleuren goed bij onze hoofden, nog oververhit door de warme autorit.
Een tractor vervoert ons naar het strand en laat de boot te water. Grijze wolken sluiten het firmament. Het ruwe water weerspiegelt ons humeur, want we zijn nog niet echt vrolijk. We zijn al misselijk nog voordat we met grote snelheid de open zee opvaren. Onze jonge zongebruinde kapitein ontgaat het ongenoegen onder de passagiers niet en probeert vergeefs "Let´s rock the boat, baby!" Zijn grap sorteert geen effect; niemand lacht.
Het begint te regenen en een gure wind steekt op. De golven klotsen naar hartenlust de halfopen boot in. Ligt het aan de geselende regen die ons het zicht op de kust bijna ontneemt, of is de kustlijn waarlangs we varen minder pittoresk dan beloofd? We doen driftig ons best staande te blijven als een in betere weersomstandigheden ongetwijfeld aandoenlijke groep zeehonden aan ons voorbij trekt. We varen langs de gespleten rots "Split Rock", een dankbaar baken in de branding voor mijn evenwichtsorgaan.
Melancholiek
Als we na een onstuimige vaart tegen schemering weer aanmeren bij ons vertrekpunt, zijn we doorweekt en uitgeput. De zee zit nog in onze benen. Onze magen hebben hoorbaar moeite te definiëren of het honger is of misselijkheid die ons parten speelt. Een smakeloze kleffe donut onderin de natte rugzak is voorlopig onze enige troost, want er is in Marahau geen supermarkt te vinden.
Het is nog zo´n twee uur rijden naar Picton, vanwaar we morgen de Cook Straight oversteken naar Wellington, op het Noordereiland. Ik neem het eerste stuk voor mijn rekening, maar na een half uur rijden is het al aardedonker; ik durf geen meter meer te rijden. Maureen neemt het stuur over en gidst ons moedig de bergen door.
De avondwinkel in het dorp stilt onze junk hunger. Vol van zelfmedelijden schrokken we de hotdogs en cookies naar binnen en overpeinzen deze vermoeiende dag.
En opeens beseffen we de reden van onze melancholiek: morgen laten we de woeste schoonheid van het Zuidereiland achter ons, waarschijnlijk voorgoed. We hebben nu al heimwee…