In onze tweede week op het Zuidereiland zijn we op weg naar onze eerste echte thrill: ijsklimmen op de Fox Glacier. Na een mooie rit langs de woeste westkust, waar het regenwoud de zee ontmoet, komen we aan in het piepkleine gelijknamige dorpje. Morgenochtend om 8 uur worden we er op appèl verwacht bij de blokhut van Alpine Guides.
Wildplasfobie
De gletsjers van Fox en de verderop gelegen grotere broer Franz Josef zijn uniek in de wereld door de lage ligging en het feit dat ze nét niet in zee uitmonden. Politicus William Fox schilderde dit natuurfenomeen aan het einde van de 19e eeuw en sindsdien draagt het zijn naam.
We hebben ons voorgenomen tijdens deze vakantie niet te besparen op excursies, maar vonden de helihike naar de top van de Fox Glacier uiteindelijk toch wat te duur met $390,- p.p. We houden het dus bij klimmen op en abseilen van deze majestueuze gletsjer.
Op het bed van onze comfortabele Lake Matheson Motelkamer stallen we uit wat we morgen willen meenemen. Een paar energierepen, wat fruit en water. Maureen realiseert zich opeens in opperste paniek dat haar wildplasfobie haar nog wel eens parten zou kunnen gaan spelen. Bij haar moet het beschut, geluidsdicht en vooral zonder mensen in haar directe omgeving. Maar het enige toilet, het wereldvermaarde long drop toilet dat op de top van Fox letterlijk boven de afgrond hangt, ligt helaas niet op onze route - al betwijfel ik of dat voor haar een serieuze optie was geweest. Voor Maureen reden dus voor een avondje veel water bij de wijn en morgenochtend flink plassen.
Relatietest
De volgende morgen maken we op het verzamelpunt in het dorp kennis onze alpine guide Tony. Hij heeft zijn strepen al verdiend op het vlak van de bergsport. Want naast ijsklauteraar is hij ´s winters ook nog ski-instructeur en reddingsbrigadier in de bergen. Hij heeft menig verwonde en verkleumde toerist per bananenexpress de helling afgeroetsjt.
Met alleen Emma en Richard in ons gezelschap - alweer twee jonge Britten - is onze groep maar klein. Een voorschrift van de leiding overigens, want met meer dan 4 deelnemers op 1 gids kun je niet iedereen in het oog houden. Een ongeluk zit hier in een van de vele kieren en gaten.
In de kleedruimte van de blokhut krijgen we de safety instructions en een heel pak klimwear. Mutsen, helmen, handschoenen, regenkleding, touwen, beugels en een stoere pikhouweel en dito stijgijzers. We gaan klimmen in paren en we leren dat daarbij blind vertrouwen in de klimpartner cruciaal is. Tony daagt ons uit om achter de partner te gaan staan en deze op te vangen als hij of zij zich achterover laat vallen. O jee, de eerste echte relatietest is ons kakelverse huwelijk, bedenk ik me. Maureen gaat voor me staan en zonder aarzelen laat ze zich vallen en ploft in mijn armen. Nu ik. Ik ga aarzelend voor haar staan maar… ik durf me niet te laten vallen, tot grote ontzetting van Maureen. "Dat gaat straks vast wel lukken", bluf ik sussend.
Vleesspiesje
We rijden met een bus naar de voet van de gletsjer. We stappen uit op een parkeerterrein bij het puntje van wat lijkt op een gigantische tong van ijs en puin. We zijn de minuscule decorstukken op een onwerkelijk groot toneel. Onwerkelijk, want hoewel we nu al een uur in de richting van de gletsjer lopen, we lijken het verschijnsel maar niet te naderen.
Langzaamaan wordt het kouder als het gebaande pad waarop we lopen steiler en smaller wordt. Grijswitte plekken tussen het zwarte puin verraden ijs, dat steeds helderder van kleur wordt. Voordat we straks alleen nog maar de permafrost onder onze voeten hebben trekken we onze stijgijzers aan. Met gepaste minachting bekijken we ver achter ons de laatste groepen icewalkersdie met fotocamera´s en op gympen in een lang lint over de gebaande paden voortschuifelen.
Gedecideerd drukken we bij elke stap onze beijzerde schoen in de bevroren grond en bestijgen de steeds grilliger wordende ondergrond van Fox Glacier. Het ijs wordt fel wit van kleur, je zou er bijna sneeuwblind van worden. De pieken worden hoger en de kloven dieper en het is nu zaak om zoveel mogelijk in Tony´s voetsporen te treden. Zijn tempo ligt hoog maar natuurlijk benen we hem dapper bij. Hij legt uit dat flink doorstappen uiteindelijk minder vermoeiend is dan rustig lopen. Goed kijken waar je je voet neerzet is daarbij uiteraard erg belangrijk: het ijs is hard als steen met venijnig scherpe randen en punten. Eén moment van onachtzaamheid en je eindigt als vleesspiesje in een enorme vrieskist.
Bibberende benen
Dan komt de eerste hindernis in zicht; een enorm plateau van ijs, net te steil om er tegenop te lopen. Onze gids kluunt er met een paar grote stappen tegenop, slaat een pin in het ijs en laat een touw zakken. We oefenen twee aan twee; de een klimt (en seilt ab), de ander blijft beneden als "anker".
Eitje. We slagen voor deze test en vervolgen onze tocht op de gletsjer.
Inmiddels hebben we steeds vaker onze houweel nodig en Tony leert ons een techniek waarbij we de punt met de minste weerstand in het ijs kunnen slaan. Het duurt even voordat we de simpele maar efficiënte polsbeweging onder de knie hebben. Dapper hakken we ons een weg naar boven.
Als we aankomen bij een groot plateau doemt recht voor ons een steile blauwwitte ijswand op. Mijn benen beginnen te bibberen en ik constateer: ik heb honger. Gelukkig slaan we hier ons kamp op voor de lunch. Gids Tony heeft een thermoskan met koffie en thee meegenomen. Ik warm wat op bij een kop thee. Maureen bedankt en bespaart zich een volle blaas. Met ontzag kijken we tegen de ijsmuur omhoog als we van onze boterhammetjes happen.
Na wat op krachten te zijn gekomen oefenen we eerst met de touwen en deabseilacht, de beugel die aan het harnas wordt bevestigd en waarlangs het touw wordt geleid. We leren dat bij het klimmen de benen het zware werk moeten doen. De houweel, mits goed in het ijs geslagen is slechts een houvast als verlengstuk van de arm. Eigenlijk is ijsklimmen gemakkelijker dan klimmen op een rotswand, waarbij je alleen je blote handen tot je beschikking hebt.
Gekneusd vertrouwen
Dan moeten we er aan geloven. Schijnbaar onbevattelijk voor zwaartekracht tijgert Tony recht tegen de wand omhoog om daar de ankers te bevestigen.
We klimmen wederom in paren: Maureen en ik, Emma en Richard. Ik blijf beneden en Maureen klimt. Ze vaart blind op ons vertrouwen en pikt er lustig op los. De verleiding is groot als een wilde te gaan hakken en jezelf omhoog te trekken. Maar omdat ook het eigen gewicht nu een rol gaat spelen, kom je met deze techniek nog niet halverwege, ervaart ook Maureen als ze al na enkele meters verkrampt moet loslaten.
Ik let niet op en een ruk aan het touw en een vernietigende blik van boven brengt mij direct bij mijn positieven. Oeps. Voorzichtig klimt ze verder. Tony helpt haar het laatste stukje over de rand, waarna ze weer aan de afdaling kan beginnen. Voet voor voet schuifelt ze achterwaarts tot ze diagonaal boven de afgrond hangt. Ze aarzelt. Zonder veel overtuiging stamel ik "Vertrouw me!" Maureen laat zich zakken, eerst langzaam, dan sneller en het touw zingt als het door de beugels glijdt. Zacht landt ze naast me en slaat me boos op mijn -gelukkig behelmde- hoofd. Ja ja, ik let op voortaan.
Met nog minder fiducie in ons inmiddels gekneusde vertrouwen begin ik aan de klim. Ik schop de punten van mijn stijgijzers in het ijs en wonderwel kom ik gestaag hogerop. Ook het abseilen gaat me goed af en snel ben ik weer beneden. We hebben de smaak te pakken en doen nog twee rondes.
Very romantic
Als onze gids de borgpennen weer uit het ijs heeft gedraaid beginnen we alweer aan de terugtocht.
Vermoeid stappen we over het ijs, wat bij elke stap grijzer kleurt.
Op het parkeerterrein trekken we onze gear weer uit. In de bus vragen we Emma en Richard nog wat met ons te gaan drinken in het dorp. We bedanken tourguide Tony voor de deskundige begeleiding als we weer bij het vertrekpunt zijn teruggekeerd. De frisse Speight´s Ale op het terras van de bar aan de overkant maakt de tongen wat los en we komen op verhaal.
Emma reist een jaar door Nieuw-Zeeland en heeft hier zelfs een vriend opgedaan. Ze reist nu alleen, maar ze zoeken elkaar nog op voordat ze volgende maand weer naar de UK vertrekt. Richard, 18 jaar, is vogelvrij met zijn ticket around the world en is neergestreken down under "until I get bored".
Wij vertellen op onze beurt over de toedracht van onze reis. Emma vindt onsvery romantic en stelt dat het dan wel goed moet zitten met dat blind vertrouwen. "It´s all about trust", stel ik met opgeheven vinger en incasseer een flinke por onder de tafel.